vrijdag 23 december 2011

ontwerpend onderzoek in minor Frozen Music

Op vrijdag 16 december 2011 hebben derde jaars studenten Interieur-Architectuur de resultaten gepresenteerd van het theoretisch en ontwerpend onderzoek dat ze hebben gedaan in de minor  ‘Frozen Music’.

In deze minor, die wordt aangeboden door de bachelor opleiding interieurarchitectuur in Zwolle, wordt het medium muziek als springplank of inspiratie gebruikt voor het medium architectuur (remediatie). Alex Manassen, docent compositieleer ArtEZ conservatorium Zwolle, is begonnen met een inspirerende lezing over voorbeelden waar muziek architectuur wordt en architectuur muziek. Bijvoorbeeld de getallensymboliek in composities van Alban Berg of muziek bij schilders als Klee en Mondriaan. Het Philipspaviljoen van Xenakis (architect en componist) waarbij de notatie van de strijkers, die een glijdende toon voortbrengen, is afgeleid van de dubbel gekromde vlakken van het paviljoen.

De studenten komen in deze minor voor het eerst in aanraking met het doen van onderzoek. Rixt Hoekstra heeft de studenten in twee sessies de beginselen van ‘Hoe doe je onderzoek’ bijgebracht. In twee workshops -theorie verbinden met maken en maken met theorie-, onder leiding van Irene Muller en Jesse van Lienen, wordt datgene wat bestudeerd is omgezet in beeld.

Op het eerste gezicht lijken er meer verschillen dan overeenkomsten te zijn tussen muziek en architectuur. Maar er zijn ook overeenkomsten.

Lourens Minnema -in Cahier #3 van DAAD Architecten, nu DLVZ/-  zegt hierover:
                  “De eerste overeenkomst is dat beider (vormen-)taal formeel, abstract, een kwestie van structurele figuraties is die onderling naar elkaar verwijzen en zodoende intern een systeem vormen, dat zoveel samenhang vertoont dat patroonherkenning mogelijk wordt. Zowel in de muziek als in de architectuur is het mogelijk om aan te voelen wat wel en wat niet op elkaar is afgestemd, zonder dat het patroon verwijst naar iets buiten het patroon zelf. De ene toon en het ene akkoord verwijzen bijvoorbeeld naar de andere tonen en akkoorden, niet naar de instrumenten die de tonen en akkoorden voortbrengen.
                  De tweede overeenkomst is van geheel andere aard: zowel muziek als architectuur weten ons gevoel te beïnvloeden waardoor wij aangedaan zijn door de blootstelling eraan. Muziek en architectuur zijn zelf niet emotioneel, maar zij werken in op onze emoties. De vormentaal kan de aangesproken emoties versterken.


De muzikale structuren corresponderen tot op zeker hoogte met de ‘vormen’ van ons gevoel: hoger en lager, groei en afzwakking, stuwing en stroming, conflict en oplossing, snelheid en traagheid, optrekken en tot stilstand komen, opwinding en kalmte, koortsachtigheid en dromerigheid, het zijn allemaal vormpatronen die zowel de muziek als het gevoel kenmerken.
                  Is de afstemming tussen muziek, ratio, lichaam en gevoel compleet, dan versterken ze elkaar. Zo niet, dan zal het gevoel zich proberen aan te passen en de vorm die het gevoel aanneemt zich zoveel mogelijk voegen naar het vormenpatroon van de muziek. Het vormenpatroon van de muziek wordt dus gevoelsmatig niet gekopieerd of letterlijk overgenomen, maar hernomen: opgenomen op de manier waarop het gevoel daartoe bereid is”.

Eind januari zullen de resultaten van het ontwerpend onderzoek worden tentoongesteld. Waar en wanneer worden later bekend gemaakt. Hou daarom onze blogs en website in de gaten.


Eric de leeuw
coordinator Interieurarchitectuur

zaterdag 17 december 2011

Annemiek Schepers wint ontwerpwedstrijd

Annemiek Schepers, in 2010 afgestudeerd bij de masteropleiding Architectuur, heeft de  ideeënprijsvraag voor recreatiewoningen op de Veluwe gewonnen. De prijsvraag was afgelopen voorjaar uitgeschreven door architectuurcentrum Bouwhuis in Apeldoorn. Voor de weblog van de Academie heeft Annemiek een korte toelichting op haar ontwerp geschreven:



De opgave

De ideeënprijsvraag was uitgeschreven met de vraag om één moderne vakantiewoning te ontwerpen op een bijzondere locatie op de Veluwe voor ongeveer 8 personen. “Niet ‘hutje op mutje’ zoals bij vele recreatieterreinen, maar  een woning met ruim uitzicht waar men kan genieten van het typische Veluwse landschap in een kwalitatief mooi verblijf.” Het doel was het platteland te herwaarderen en moderne architectuur toegankelijk te maken voor een breed publiek.

Het ontwerp

Het buitenleven en beleven van de natuur is een belangrijk uitgangspunt geweest bij het ontwerp. Het landschap kunnen zien, maar ook kunnen voelen (een frisse wind vlaag of een heerlijk zomerbriesje, is het vochtig- is er regen op komst-, is het warm of koud), het kunnen horen van de vogels en het kunnen ruiken van de heide. Het met meer dan één zintuig waarnemen van de plek.
Vanuit deze gedachte is het idee ontstaan om de verschillende functies te scheiden, maar wel onder 1 dak te plaatsen. De boom werd het concept. Beschutting, maar wel openheid.

Het ontwerp bestaat uit een vlonder en een dak met daaraan een aantal (losse) woonvertrekken gekoppeld.  De woonvertrekken zijn allen op een ander niveau  aan de vlonder verbonden. De vlonder is iets losgehouden van het landschap en volgt zijn glooiing.  De natuur kan ervaren worden op verschillende hoogtes in en ten opzichte van het landschap. De ene zijde van de woonvertrekken heeft een meer gesloten karakter en de andere zijde is gericht op de natuur. Vanaf hier heeft men prachtige vergezichten op de typisch Veluwse landschap.





Links:

zaterdag 10 december 2011

1e jaars atelier master architectuur

Op 2 december was de tussenstand te zien van het ontwerpatelier van de 1e jaars studenten die de master architectuur volgen. Het atelier wordt afgerond op 16 december. Hieronder enkele impressies van hun werk.







dinsdag 29 november 2011

"Gesloten architectuur" en mensbeeld

Een interessant geval. De kunstenaar Jonas Staal (1981) heeft in zijn reeks projecten onder de titel Politiek Kunstbezit een visualisatie gemaakt van een gevangenis. Pikant is dat het ontwerp van die gevangenis is gemaakt door Fleur Agema (1976) toentertijd masterstudent aan de kunstacademie in Utrecht, nu lid van de Tweede Kamer voor de PVV.

Wat is er aan de hand?
Jonas Staal en Hans van Houwelingen hebben samen een tentoonstelling in "Extra City Kunsthal Antwerpen" (die is te zien tot 15 januari 2012). Ieder toont drie recente kunstwerken waaronder het project "Politiek Kunstbezit III, Gesloten Architectuur" van Jonas Staal. Bij dit werk is een publicatie verschenen onder dezelfde titel bij Onomatopee in Eindhoven. Onomatopee is een onderzoeksinstituut voor kunst en op hun website is de publicatie kostenloos als pdf te downloaden.

Waarom is Agema interassant voor Staal?
Om de combinatie van opleiding en politieke carriere die ze heeft doorgemaakt. Agema heeft - voor zover ik kan nagaan, want helemaal helder is het niet - een bacheloropleiding gevolgd bij de AKI in Enschede, bij ArtEZ dus. Ik denk dat het de opleiding 'architectonische vormgeving' betrof. Ze heeft deze opleiding in 1999 afgerond en heeft daarna het voorbereidende jaar bij de Amsterdamse Academie van Bouwkunst doorlopen. Aansluitend heeft ze het 1e jaar van de masteropleiding architectuur gedaan. Die opleiding heeft ze afgebroken en ze is overgestapt naar de HKU, waar ze een masteropleiding op het gebied van 'Interior Design' heeft afgerond in 2004. Deze opleiding is geaccrediteerd door de Britse Open University, die ook de bijbehorende titel toekent: Master of Arts in Design. Bij deze opleiding heeft ze een afstudeerscriptie geschreven over een nieuw type gevangenis. Dit werkstuk is door Jonas Staal als uitgangspunt voor zijn bewerking genomen.

Agema was van 1999 - 2003 werkzaam bij een architectenbureau. Ze werd door een aandoening aan haar hand gedwongen met dit werk te stoppen. Ze heeft toen de overstap naar de politiek gemaakt. Van 2003 tot 2007 heeft ze als Statenlid bij de Provincie Noord-Holland gezeten. In eerste instantie als lid van de Lijst Pim Fortuyn, maar al na een jaar is ze uit de LPF gestapt en zelfstandig verder gegaan als 'Groep Agema'. In 2006 sluit ze zich aan bij de PVV van Geert Wilders. Sinds de verkiezingen van 2006 zit ze voor die partij in de Tweede Kamer.

Waarom is de publicatie "Gesloten architectuur" van Staal zo interessant?
Ten eerste vanwege het onderwerp. Binnen de ruimtelijke ontwerpdisciplines blijft de gevangenis een prikkelende ontwerpopgave, omdat het opvattingen over de mens en de maatschappij onder een vergrootglas legt. De gevangenis blijft een bijzonder instituut dat bepaalde aspecten van onze samenleving op een geconcentreerde manier bloot legt. Dit is de reden waarom het ontwerpen van een gevangenis een terugkerend onderwerp is voor afstudeerprojecten. Zie bijvoorbeeld ook het afstudeerproject van Serge van de Moesdijk aan de masteropleiding Architectuur die twee jaar geleden een penitentiaire inrichting midden in Amsterdam ontwierp.In dat project speelde licht een belangrijke rol als ontwerpend instrument; net zoals dat ook in de opzet van de gevangenis van Agema een structurerend element is.

De tweede reden waarom "Gesloten architectuur" een interessant product is, is vanwege de mechanismen die Staal heeft toegepast om zijn verhaal rond Agema te construeren. Hij gebruikt een aantal speculatieve vooronderstellingen om elementen uit het gevangenisontwerp te verbinden met de politieke praktijk van Agema.
De wijze waarop Staal te werk gaat, is volgens het klassieke model van de ideeëngeschiedenis. Dit model ligt ook ten grondslag aan veel studies over kunstenaars. Kort gekarakteriseerd heeft het vier kenmerken: het zoekt naar het scheppingsmoment, naar de eenheid van de werkstukken, naar de individuele originaliteit en naar (verborgen) betekenissen.

In het essay dat Staal als inleiding in zijn publicatie heeft geplaatst, probeert Staal het politieke werk van Agema te verbinden met de afstudeerscriptie over de gevangenis. Hij legt daarbij verbanden tussen de portefeuille Zorg die Agema bij de PVV behartigt - met name met een aantal uitspraken over de ouderenzorg - en de positie van gevangenen in het strafstelsel. Agema beweert volgens Staal dat gevangenen het beter hebben dan ouden van dagen die in zorginstellingen terecht komen. Op basis van deze verbanden bouwt Staal zijn 'constructie' van Agema verder uit door het gevangenisontwerp van de afstudeerscriptie en haar politieke arbeid in elkaars verlengde te leggen. Deze constructie is gebaseerd op een psychologische interpretatie van de persoon Agema rond de tijd dat ze overstapte van de interieurarchitectuur naar de politiek. Deze constructie maakt van Agema de eerder genoemde 'eenheid'. Alles wat ze doet, heeft dezelfde bron en op die manier wordt haar gevangenisontwerp door Staal opgevat als een uiting van PVV-opvattingen. Staal borduurt op deze benadering door en becommentarieert het gevangenisontwerp vanuit de gekleurde bril die hij zichzelf heeft opgezet. Hij gaat daarin zelfs zover dat hij een voorstel van staatssecretaris Fred Teeven van Justitie, die een jarenlange ervaring als officier van justitie heeft, herleidt tot het ontwerp van Agema.

Wat laat Staal liggen?
Door zijn fixatie op de partijpolitieke kant van Agema schuift Staal een heel andere lijn van interpretatie terzijde. In zijn essay raakt hij een belangrijke component van het ontwerp aan, namelijk de disciplinerende werking die in gevangenissen wordt bewerkstelligd. Bij dit thema wordt ook verwezen naar één van de onvermijdelijke bronnen voor dit gedachtengoed: Michel Foucault's "Surveiller et punir" (Toezicht en straf) uit 1975. In dit boek krijgt het Panopticon van Jeremy Bentham (1748 - 1832) een centrale plek als model voor disciplinerend toezicht. Staal verwijst in zijn essay ook naar de latere uitwerkingen die Foucault aan de begrippen disciplinering, normalisering en machtseffecten geeft in zijn beschouwingen over 'biopolitiek': reguleringen van het leven van de mens en van bevolkingsgroepen. Foucault probeerde met zijn analyses van strafsystemen en rechtspreken aan te tonen dat er praktijken bestaan die zich niet in termen van de ideeëngeschiedenis laten vangen, maar die wel heel sterk bepalend voor het dagelijkse handelen kunnen worden. Met haar gevangenisontwerp voegt Agema zich in de discussie rond de strafpraktijk en de ruimtelijke uitwerking die dat kan krijgen. Dit element van haar werk heeft zeker een politieke en maatschappelijke kant, maar overstijgt het partijpolitieke gesteggel anno nu.

In dezelfde passage in het essay van Staal wordt verwezen naar de kenmerken van het mensbeeld dat mede het gevolg is van de disciplinerende technieken. "Orde, efficiency en productiviteit leveren een overkoepelend doel op: het uitschakelen van alle mogelijke oppositie", schrijft Staal. Hoewel dit nogal militant is geformuleerd, is het ook te beschouwen als de andere kant van een 'praktijk' die sinds de jaren veertig in Amerika is opgezet en sindsdien de Westere wereld heeft doordrongen. De slogan van die praktijk is de titel van een artikel van Edward Bernays, "The Engineering of Consent" (1951). In dit verhaal wordt beschreven hoe de bevolking tevreden kan worden gehouden door bepaalde (kapitalistische) technieken in te zetten. Een essentieel effect van de 'engineering of consent' is het 'uitschakelen van oppositie'.

Deze elementen van de analyse van gevangenispraktijken, en van disciplinering en regulering, maken deel uit van het mensbeeld dat in veel disciplines op een impliciete manier wordt toegepast. Het expliciteren van dit mensbeeld lijkt mij van een wezenlijk belang voor het functioneren van de ruimtelijke ontwerpdisciplines. Ik hoop daar bij allerlei projecten materiaal voor de vinden. Daarom zal ik binnenkort ook een bezoek gaan  brengen aan Extra City in Antwerpen.

Ko Jacobs



Beeld van Jonas Staal naar het ontwerp van Fleur Agema voor een gevangeniscel.
Gepubliceerd in De Volkskrant van 17 november 2011
Links:
Extra City Kunsthal Antwerpen
Onomatopee, Eindhoven

dinsdag 22 november 2011

Maquette De Strip in voormalig Natuurmuseum, Enschede

Het eindmodel van het ontwerpatelier "Bunkerparcs" van de masteropleiding Architectuur wordt tot 1 januari 2012 tentoongesteld in de vitrine van het voormalig Natuurmuseum aan de Tromplaan in Enschede. Het eindmodel wordt aangeduid als "De Strip" omdat het onderwerp van studie een strook met bebouwing op het vliegveld Twente is.

In het nieuwsbericht op de ArEZ-site zijn meer gegevens te vinden. Zie onder bij Links.

Om een indruk van de maquette te krijgen, staan hieronder enkele links naar studentenwebsites waarop beelden van de maquette te zien zijn.



(Foto Lars Smook)


Links:
ArtEZ nieuwsbericht
Beelden van Remco Siebring
Beelden van Bart van den Hoven
Time-lapse video van maquette De Strip door Martijn Giebels




Beelden van een gemeenschappelijke bespreking met docenten en studenten van de Fachhochschule uit Münster en van de masteropleiding Architectuur van ArtEZ.

dinsdag 8 november 2011

Daniëlle Bakkes naar Archiprix

Aan het slot van de diploma-uitreikingen afgelopen vrijdagavond 4 november, werd bekend gemaakt dat het plan "Mooder Maas" van Daniëlle Bakkes namens de masteropleiding Architectuur wordt ingezonden naar Archiprix.

In de toelichting op de nominatie verteld onderwijscoördinator Gerard van Heel dat het een moeilijke keuze was geweest. De lichting afgestudeerden van 2011 bestond uit een verzameling plannen met een grote diversiteit aan onderwerpen en ontwerpthema's. Bovendien was een groot deel van de afstudeerprojecten van kwalitatief hoog niveau. Een van de redenen voor de keuze van het plan van Daniëlle was de grote reikwijdte van schaalniveaus die in haar plan werd behandeld. De consequente doorwerking van het ene schaalniveau naar het andere maakt het plan tot een zeer consistent geheel.
Het plan begint met een analyse van de waterproblematiek van Maastricht zoals die voor 2040 wordt verwacht. Het eindigt met een uitwerking op stadsblokniveau waar waterafwikkeling en een nieuw toegevoegd programma in de vorm van een stadstheaterzaal elkaar harmonieus vinden.

Het plan van Daniëlle doet mee in de Archiprixronde van 2012. In het voorjaar van 2012 zal de uitslag bekend worden gemaakt.

Ko Jacobs




Foto's Hans Vroege | ArtEZ


vrijdag 28 oktober 2011

Opening Eindexamenexpositie Master Architectuur

De avond zonder programma bleek uiteindelijk een mooie invulling te krijgen, toen Tim Versteegh en Ward van der Reijden de microfoon ter hand namen en hun collega-afgestudeerden gingen interviewen.

Afgelopen vrijdagavond, 21 oktober, was de opening van de jaarlijkse eindexamenexpositie van de masteropleiding Architectuur. 12 plannen staan opgesteld in het trappenhuis van het Rietveldgebouw en het voorportaal van het Middengebouw. In die opstelling eisen de 12 grote maquettes de aandacht op. Door de open structuur van de sokkels blijven de maquettes een zekere lichtheid houden, terwijl er bij een aantal toch een stevig programma wordt gepresenteerd.

De studenten hadden aangegeven dat ze op de openingsavond 'geen programma' wilden, dat wil zeggen, geen vooraf gereguleerd programma. Wie zich geroepen voelde, of aangesproken door de bezoekers, kon de microfoon pakken en een toelichting geven. Dit hield een zeker risico in, zeker bij een druk bezochte avond zoals het afgelopen vrijdag was, want wie voelt zich voldoende geprikkeld om voor alle aanwezigen het woord te nemen? De ban werd gebroken door Tim en Ward. Zij begonnen een gesprek over hun eigen plannen en gingen vervolgens met de andere exposanten in gesprek. Het leverde mooie, informele en informatieve gesprekken op over de zeer diverse reeks afstudeerplannen.

De expositie staat nog opgesteld tot en met 4 november. Dan is 's avonds de diploma-uitreiking en wordt tevens bekend gemaakt welk plan de Academie zal vertegenwoordigen bij de Nederlandse Archiprix van 2012.

Ko Jacobs








woensdag 26 oktober 2011

Ontwerpstudio master Interieurarchitectuur | docent Aat Vos


Studio S1 in de opleiding gaat over ruimte in de publieke sector waar sprake is van bewegingsstromen waarbij de gebruiker maar kort in de ruimte(s) verblijft. Daarbij wordt de nadruk wordt gelegd op onderwerpen als mondialisering, mobiliteit, schaalvergroting en invloed van de media. Dat is belangrijk: een interieurarchitect moet in staat zijn in een multidisciplinaire omgeving verschillende culturele achtergronden te respecteren en analyseren, en adequaat te reageren op lokale contexten en identiteiten.

De opgave bestond uit het ontwerpen van een mediatheek van ca. 120 m2 op een cruiseschip MS Color Magic, de grootste cruise ferry ter wereld, zie http://en.wikipedia.org/wiki/MS_Color_Magic













Achtergrond en relevantie
Le Corbusier introduceert in zijn studie Vers une Architecure [1923] Le Paquebot, de oceaanstomer, en laat zien dat een cruiseschip niet alleen een metafoor is voor, maar ook een feitelijke representant is van een stad en het stedelijk leven.   http://nl.wikipedia.org/wiki/Le_Corbusier . Het cruiseschip heeft sinds die studie model gestaan voor een aantal belangrijke stedenbouwkundige en architectonische gedachten en ontwikkelingen, zoals onder meer duidelijk wordt in Le Corbusiers Unité d’Habitation [Marseille, 1946, zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/Le_Corbusier ]. Le Corbusier liet zien dat veel architectonisch programma gecombineerd kan worden in één unit, mits er een goede set spelregels wordt gehanteerd.

Het cruiseschip heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld van een middel om van A naar B te reizen tot een doel op zich: het zijn drijvende steden waar passagiers worden getrakteerd op een enorm divers programma. Van loungebar tot fitness, van hardloopbaan tot converence center, van restaurant tot theater, van zwembad tot tax-free shop: een cruiseschip verschilt in dat opzicht niet van een middelgrote stad. Kenmerkend is, naast de programmatische diversiteit vooral de esthetische diversiteit waarmee het programma wordt aangeboden.
In haar boek Architecture after Modernism [1996] laat Diane Ghirardo zien dat er een nieuwe tweedeling dreigt te onstaan in de samenleving: als gevolg van een steeds verdergaande commercialisering [Disney takes command, Chapter 1] van de openbare ruimte die een concentratie van ‘openbaar programma’ in grote malls, airports, ziekenhuizen en musea achter toegangsdeuren bewerkstelligt, hebben de haves - zij die beschikken over credit cards - toegang tot dit programma, terwijl de have nots letterlijk worden buitengesloten.

Parallel hieraan vindt er een enorme verschraling van het aanbod plaats. Winkelstraten in elke zichzelf respecterende stad lijken steeds meer een kopie van elkaar, terwijl tegelijkertijd het culturele programma onder grote druk staat. Denk aan de recente Nederlandse bezuinigingsacties op cultuur als gevolg waarvan onder meer op dit moment veel bibliotheken de deuren sluiten. Het gevolg is dat het doorsnee winkelend publiek, dat paradoxaal genoeg steeds meer beschikking over vrije tijd krijgt, steeds minder in contact komt met cultureel, onverwacht en inspirerend programma.













Intenties
De bedoeling van deze ontwerpstudio is geweest studenten te dwingen een ontwerpstrandpunt in te nemen in een bijna architectonisch-vijandige omgeving, die - of je leuk vind of niet - gemeengoed geworden is. Architecten en interieurarchitecten kunnen in gedachten wellicht leven in een lege, stille en maakbare wereld, zij werken daar allerminst in. De vraag is dus vooral: hoe ga je daar mee om en kan de esthetische kakafonie op haar beurt aanleiding vormen voor het innemen van een standpunt. Moet kwaad met kwaad worden bestreden? Go with the flow? Inspireert het Disneyland of maakt het boos? Het atelier wil vooral laten zien dat het ook leuk kan zijn in een rare wereld te werken, en wil daarmee juist de potenties van het vak onderstrepen.

Proces en resultaat
Om het innemen van een standpunt te introduceren is aan de studenten gevraagd in de huid van hun held te kruipen en daar vandaan naar de opgave te kijken. Dat leverde verrassende en snelle resultaten op. Zo kwam het dat we de opgave hebben gezien door de ogen van Peter Zumthor [Robert van Middendorp], Hussein Chalayan [Hannah Steendam], Antonio Gaudi [Daphne van Rosmalen], John Lautner [Mirna Koghee] en Juhani Palasmaa [Jamie Bunnik]. Deze methode bleek een prima handvat voor het gericht ontwikkelen van een basis-idee of ontwerpziel.
Het belang daarvan werd nog eens inspirerend onderstreept door Simon Sinek in een van de TED Talks [http://www.startwithwhy.com], waarna een verwijzing naar de ziel van het ontwerp regelmatig werd gebruikt om processen op juiste sporen te krijgen of te houden.
Hoewel de vijf plannen die daarbij zijn ontstaan onderling erg verschillend zijn, worden ze alle gekenmerkt door een gemeenschappelijke speurtocht naar het verwezenlijken van een oprecht idee. Het besef dat je daartoe als ontwerper/student in staat bent is een wezenlijk onderdeel van de opleiding. En, te oordelen naar de resultaten, iets dat in de rugzak van alle vijf een vaste plek zal krijgen.

aat vos, oktober 2011
http://www.siloshapes.com

woensdag 19 oktober 2011

ArtEZ in de USA

Ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van hun beroemdste stadgenoot zijn er in Marquette (Michigan) twee tentoonstellingen georganiseerd. In het DeVos Art Museum - behorend bij de Northern Michigan University - staat een overzicht van belangrijke werken uit het oeuvre van John Lautner (1911 - 1994) opgesteld, aangevuld met filmfragmenten, interviews, boeken en tijdschriften. In het Historisch Museum was een ruimte ingericht over drie generaties Lautner.

Tijdens de voorbereiding van de tentoonstelling werd museumdirecteur Melissa Matuscak er door John Lautner’s oudste dochter Karol Peterson Lautner op gewezen dat in het verre Nederland twee Lautner-vorsers behulpzaam zouden kunnen zijn. Melissa benaderde ons met het verzoek om foto’s te mogen gebruiken die we in de afgelopen vier jaar tijdens onze bezoeken aan alle 100 nog bestaande Lautner gebouwen genomen hebben. Ook was ze geïnteresseerd in de maquette die op een van mijn webalbums te zien is. Het was een foto van de ‘Concannon residence’. Die maquette is gemaakt tijdens een oefening op de Fontys AAS in Tilburg, een studiemaquette, niet echt geschikt voor een serieuze tentoonstelling. Na overleg met Ko Jacobs werd Hayke Zweede benaderd, die een prachtige 1:50 maquette gemaakt heeft. Hayke was een van de studenten die deelnam aan onze, inmiddels legendarische, ArtEZ-trip naar Los Angeles.
Op mijn suggestie om in het kader van de tentoonstelling persoonlijk een verhaal te komen vertellen over onze ervaringen met het werk van Lautner werd positief gereageerd.

Voor ons onderzoek naar de architect Lautner was een bezoek aan Marquette extra interessant om een indruk te krijgen van de omgeving waarin Lautner is opgegroeid en waaraan hij tijdens zijn leven steeds refereerde. Hij bouwde er samen met zijn vader eigenhandig een forse blokhut, Midgaard genaamd, waar hij tot zijn dood regelmatig naar toe zou gaan en die nog steeds in handen van de familie is.

Op zaterdag stond een bezoek aan Midgaard op het programma. Natuurlijk kenden we de blokhut van foto’s en ook doordat Murray Grigor’s documentaire ‘Infinite Space’ (zie link onder aan deze blog) ermee begint, maar toch was het verrassend. De ‘cabin’ ligt prachtig hoog boven Lake Superior en is slechts via een smal paadje te voet te bereiken (foto's via de link onder aan deze blog). Om de ervaring compleet te maken nemen we nog een duik in het steenkoude meer. Langzamerhand vult de cabin zich met studenten waarmee we direct een interessante uitwisseling hebben. Na een paar uur zijn we weer alleen met Lautner’s dochters Karol en Judy die gaten in onze kennis over hun vader opvullen.

Op zondag gaan we eerst naar het door Frank Lloyd Wright ontworpen huis voor de schoonmoeder van Lautner, Abby Beecher Robberts (de enige vrouw waar Wright echt bang voor was), nu bewoond door Lautner’s dochter Karol. Daarna bekijken we de tentoonstelling. Na een inleiding wordt er met grote stappen door zijn carrière een achttal huizen getoond. De tentoonstelling is prachtig. Zelfs na vijf jaar studie en drie bezoeken aan het John Lautner archief vielen er voor ons nog nieuwe dingen te ontdekken. En het was voor ons natuurlijk geweldig om onze eigen foto’s zo groot afgedrukt terug te zien.

Waar we vooral benieuwd naar waren was de door Hayke gemaakte maquette. Door een fout van UPS was de maquette door de douane in de USA tegengehouden, gesloopt (waarschijnlijk opzoek naar verboden waar), en terug gestuurd naar Arnhem. Ko Jacobs heeft hem samen met Tycho weer opgelapt en opnieuw opgestuurd. Omdat het huis zelf afgebroken is, was het er zonder deze maquette op de tentoonstelling bekaaid afgekomen. De maquette wordt in de vaste collectie van het museum opgenomen.

’s Middags zijn onze lezingen. Over Lautner is al veel verteld door critici en historici. Wij willen dan ook focussen op ons onderzoek en de door ons geobserveerde bouwkundige en architectonische aspecten van zijn werk. Iets wat goed valt bij ons gehoor. De lezing is terug te zien met de link onder aan deze blog.
Ook kondigen we het boek aan waar we mee bezig zijn dat door Artez Press in samenwerking met W-books uitgegeven zal worden.

Aangezien we gevraagd zijn om op donderdag een college over Moderniteit te geven, hebben we drie dagen om ‘in de omgeving’ nog wat rond te kijken. Een huis waar ik als student nog een maquette van heb gemaakt en waar ik toen ook helemaal verliefd op was, is het Douglas House van Richard Meier uit 1973. Het is onlangs volledig in oude glorie hersteld door twee bijzonder vriendelijke eigenaren. Het bleek bij bezoek precies zo te zijn als verwacht maar het was de 500 km omrijden volledig waard (foto's via link).

Een ander werk waar ik nog eens heel graag naar toe wilde, was de kerk van Marcel Breuer in Muskegon waar ik ooit samen met mijn vrouw voor een dichte deur heb gestaan. We hebben er de volgende ochtend om 07:00 uur een afspraak. Ongelooflijke beton constructie, enorm geweld, maar met gek genoeg weinig effect (foto's via link).
Om 10 uur gaat de boot naar Milwaukee (Wisconsin) waar we de uitbreiding van Santiago Calatrava aan het Milwaukee War Memorial van Eero Saarinen bezoeken. Later die dag - op weg naar Frank Lloyd Wright’s Taliesin - hebben we nog een paar afspraken om huizen van Wright van binnen te zien: Pew uit 1940 en Herbert Jacobs uit 1948.

Op woensdag hebben we een drie uur durende rondleiding door Wright’s Taliesin;  de woon- en werkgemeenschap waar Lautner als leerling van Wright het vak leerde. De beroemde foto van een jonge schuchtere Lautner achter de brede rug van ‘Mr. Wright’ is hier genomen. Wright’s wereld is hier compleet. Wright’s weduwe heeft ervoor gezorgd dat na haar dood Wright, 20 jaar na zijn dood, illegaal opgegraven is en gecremeerd waarna de as van beide echtelieden gemengd in Taliesin begraven is.

Terug in Marquette bezoeken we nog het geboortehuis van Lautner, nu bewoond door studenten. ’s Avonds geven we ons college. Een introductie Moderne Architectuur van Schinkel tot Koolhaas en een overzicht van het werk van Le Corbusier, voor Europeanen natuurlijk de echte held van het Modernisme.
En zo was een Lautner trip weer een geweldige ervaring.

Jan-Richard Kikkert
(bracht samen met Tycho Saariste van 16-24 September 2011 een bezoek aan Marquette, Michigan)


Tycho Saariste (links) en Jan-Richard Kikkert op het dak van Midgaard, Marquette

LINKS
Documentaire "Infinite Space"
Foto's Midgaard
Lezing Jan-Richard Kikkert en Tycho Saariste
Foto's Douglas House
Foto kerk Marcel Breuer
DeVos Art Museum, Marquette, Michigan

woensdag 5 oktober 2011

Architectuur Film Festival Rotterdam

Nu de Gouden Kalveren weer zijn uitgereikt, dient het volgende filmfestival zich aan: het Architectuur Film Festival Rotterdam (AFFR2011). Alweer voor de 6e keer wordt een weekeinde vol films over architectuur en stedelijke ontwikkeling getoond in Lantaren Venster (ontwerp: Alvaro Siza) op de Wilhelminapier in Rotterdam. Van 6 tot 9 oktober staan ongeveer 100 films op het programma onder het motto: Think Big, Act Small.

De organisatoren Jord den Hollander en Wies Sanders zeggen over het programma: ".. in het AFFR2011 komen de meest actuele onderwerpen aan bod. Van de spectaculaire egodocumenten tot de onderzoekende en kritische speelfilms. Van de korte film over een klein, maar urgent onderwerp tot de cultklassieker met de voorspellende visie. Buiten de filmvertoningen zijn er thematische debatten en talkshows met de vele aanwezige filmmakers en architecten .."

Het AFFR presenteert zich als 's wereld grootste architectuur filmfestival. Dit zou kunnen blijken uit de website waarop uiteraard het programma is te vinden, maar waarop ook nog veel meer informatie over architectuurfilms te vinden is. Bijvoorbeeld de rubriek Reviews; hier geven organisatoren en redacteuren hun mening over een aantal van de films uit het programma.

Een willekeurige keuze uit het aanbod.
"Archiprix International 2011"
Verslag van de workshop bij het MIT in Boston en de uitreiking van de Archiprix International in het Guggenheim Museum in New York. Lou van de Ven was de deelnemer vanuit de masteropleiding Architectuur; zijn plan is niet in de prijzen gevallen.

"Der Traum vom Baumhaus"
Over een fascinerend, maar onbekend project van de architect Frei Otto voor de IBA Berlin 1987: de Ekohuizen. Frei Otto is vooral bekend als ontwerper van het Olympisch Stadion in München uit 1972. De vertoning van deze film is een wereldpremiere.

"Nagakin Capsule Tower"
De Nagakin Capsule Tower van Kisho Kurokawa is een beroemd voorbeeld (ook uit 1972) van het  Japanse Metabolisme: een verzameling prefab capsules die aan centrale kokers werden gemonteerd. Anno 2011 is het gebouw in verval en de sloop isaanstaande. Maar de bewoners koesteren hun miniwoningen. Een historisch document met unieke beelden van binnen in de capsules en de bouw van de toren.

"The Oil Rocks | City Above The Sea"
Honderd kilometer uit de kust van Baku in de Kaspische Zee ligt Neft Daslari, een stelsel van booreilanden met een hotel, appartementen, winkels en sportvoorzieningen voor 5000 tijdelijke bewoners, verbonden met meer dan 200 kilometer bruggen. Een industriële science-fiction wereld uit het Sovjettijdperk; "back to the future" op z'n Russisch.

"Zum Vergleich | In Comparison"
Bakstenen worden in serie geproduceerd, maar elke steen is net even anders. De filmmaker neemt je mee langs verschillende productielokaties van baksteen, met de bijbehorende kleuren, bewegingen en geluiden. Zonder commentaar wordt de reis gevolgd van traditie naar innovatie.

Kortom, alle reden om komend weekeinde een bezoek aan Rotterdam te brengen. En wie geen kans ziet om naar het festival te gaan, kan via de website naar een aantal on-line films kijken. Bijvoorbeeld de prachtige film over “Il Girasole”, een Italiaans huis uit de jaren ’30 dat met de zon mee kan draaien.

Ko Jacobs

Architectuur Film Festival Rotterdam
Architectuur op de Wilhelminapier, Rotterdam



pagina uit het programmaboekje

dinsdag 27 september 2011

Lang studeren en collegegeld 2012-13

Op een tamelijk onopvallend moment, in de laatste week voor de zomervakantie, heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel van de langstudeerdersregeling aangenomen. Hiermee heeft Halbe Zijlstra de laatste hobbel genomen; de nieuwe regeling wordt van kracht op 1 september 2012. Alle zogenaamde langstudeerders moeten vanaf dat moment het verhoogde collegegeld gaan betalen. Over de hoogte van dat bedrag hieronder meer.

Je bent een langstudeerder als je meer dan een jaar uitlooptijd voor je studie nodig hebt. Bij ArtEZ Academie van Bouwkunst zijn er vier opleidingen; twee van 120 studiepunten en twee van 240 studiepunten. In de langstudeerdersregeling wordt de reguliere studieduur berekend in veelvouden van 60 studiepunten. Over een opleiding van 120 studiepunten mag je regulier twee jaar doen. Dit geldt voor de studenten van de Associate degree en voor de studenten van de master Interieurarchitectuur. Voor de bachelor Interieurarchitectuur en de master Architectuur geldt het dubbele; de 240 studiepunten staan voor een reguliere studieduur van 4 jaar.

Bij iedere opleiding - ongeacht de reguliere studieduur - mag je een jaar uitlopen. Op het moment dat je nog meer studietijd nodig hebt dan het uitloopjaar kom je in de problemen. Dan moet je het verhoogde collegegeld gaan betalen.
Overigens geldt deze uitleg alleen voor de ‘gewone’ student. Als je al eerder een zelfde type opleiding geheel of gedeeltelijk hebt gedaan, gelden andere regels. Dat is bijvoorbeeld het geval als je nu de bacheloropleiding volgt en je hebt al eerder een (deel van een) bachelor gedaan.

Onlangs zijn de bedragen bekend gemaakt van het collegegeld voor het studiejaar 2012-13. Bij die bekendmaking stonden voor het eerst twee bedragen; het basistarief van het collegegeld en het verhoogde tarief. De hoogte van het collegegeld wordt jaarlijks vastgesteld. Bij de berekening wordt naar een aantal factoren gekeken, zoals de inflatie en een variant van de koopkracht. Dit leidt voor 2012-13 tot de volgende bedragen.
Basistarief: € 1.771. (Dit is in het huidige studiejaar € 1.713.)
Verhoogd tarief: € 4.834.

En de opleidingen? De boeteregeling voor de opleidingen met langstudeerders is al eerder dit jaar uit het wetsvoorstel gehaald. Betekent dit dat de opleidingen de dans ontspringen? Nou, nee. Nadat de boeteclausule voor de opleidigen uit het wetsvoorstel is geschrapt, heeft het Ministerie van Onderwijs een inschatting gemaakt van het aantal langstudeerders in Nederland. Dit aantal is vermenigvuldigd met de boete per student die eerder in het wetsvoorstel stond. De uitkomst is een fors bedrag dat vanaf september 2012 ingehouden wordt op de bekostiging die de scholen van het Ministerie ontvangen.
Kortom, een bezuiniging waar alle opleidingen mee te maken krijgen, ook als er geen langstudeerders onder hun studenten zitten.

Ko Jacobs


De Hoftoren, Den Haag, waar het Ministerie van OCW zetelt.
(Foto Wikimedia Commons, 2006)

maandag 19 september 2011

Assiom in het Afrika Museum

Op de zonovergoten zaterdagmiddag van 9 april werd de tentoonstelling "Blueprints of Paradise" in het Afrika Museum geopend. De 'Blueprints' zijn 12 ontwerpen van jonge architecten voor de Afrikaanse stad. Behalve de opening van de tentoonstelling was die middag ook de prijsuitreiking van de ontwerpwedstrijd die aan de selectie van de 12 plannen vooraf ging.

Assiom Elekonawo, in 2009 afgestudeerd aan de masteropleiding Architectuur van ArtEZ Academie van Bouwkunst, behoort tot de 12 genomineerden die hun werk exposeren in het Afrika Museum. Hij was een van de 43 inzenders die meededen aan de ontwerpwedstrijd die was uitgeschreven door het Afrika Museum samen met de organisatie "African Architecture Matters". Een internationale jury beoordeelde de inzendingen en selecteerde de 12 nominaties.

Assiom heeft een deel van zijn afstudeerproject gebruikt voor de inzending voor "Blueprints of Paradise". Het Huis van de kapper is het eindresultaat van de studie die begon met uitgebreide analyses van de wijze waarop familie- en gezinsstructuren ruimtelijk vorm krijgen in de traditionele huttenwoningen in Togo, het thuisland van Assiom. Assiom wil met zijn afstudeerproject laten zien dat het in de hedendaagse Afrikaanse stad goed mogelijk is om aan die familie- en gezinsstructuren tegemoet te komen door woningen te ontwerpen die uitbreidbaar zijn, verdicht kunnen worden en die ook kleinschalige nijverheid kunnen opnemen. Zoals in het voorbeeld van het Huis van de kapper. Assiom heeft van dit huis een kleimodel gemaakt dat op de expositie te zien is. Een kort filmpje van dit model is op het YouTube-kanaal van de Academie te zien.

De tentoonstelling "Blueprints of Paradise" is tot 30 oktober in het binnenmuseum te zien. Wie op een mooie nazomerdag het museum bezoekt, kan ook het butenmuseum bekijken en dan wellicht genieten van een Afrikaans bandje dat op het centrale plein staat te spelen.

Kijk bij www.afrikamuseum.nl voor meer informatie.
Tip 1: 25 september, 14.00 uur, geeft Femke van Zeijl, jurylid van "Blueprints of Paradise", een lezing over haar jarenlange ervaringen in verschillende Afrikaanse landen.
Tip 2: 22 oktober is gratis museumdag.

Ko Jacobs


Het huis van de kapper. Ontwerp: Assiom Elekonawo.
(Persfoto Afrika Museum)


maandag 12 september 2011

Waar staat de architectuur? (1)

Of, om de vraag nauwkeuriger te formuleren, wat is in deze tijden de maatschappelijke en politieke positie van de architectuur? Het is voor ieder beroep of werkveld goed om deze reflectieve vraag met regelmaat te stellen, omdat die tot bijstelling van de beroepsopvatting kan leiden. Maar er kunnen ook omstandigheden zijn, waardoor die vraag een extra urgentie krijgt. Dat lijkt nu het geval. Sinds het aantreden van het kabinet Rutte ligt een reeks aan 'zachte' sectoren in onze samenleving onder vuur. Daartoe behoren ook de cultuur, de architectuur en aanverwante ruimtelijke disciplines.

Voor de opleidingen op deze gebieden kunnen wijzigingen in de maatschappelijke positie gevolgen hebben voor het opleidingsprogramma. Of, concreet voor de opleidingen van ArtEZ Academie van Bouwkunst: gaan de veranderingen in de maatschappelijke positie leiden tot aanpassingen in de opleidingsprogramma's voor de architecten en interieurarchitecten? Dit is een vraag die niet zo eenvoudig te beantwoorden is. Voordat we aan antwoorden toe komen, eerst maar eens twee observaties.

Observatie 1.
Bijna een jaar geleden, op 14 oktober 2010, trad het kabinet Rutte aan. Bij de presentatie van de nieuwe ministeries bleken VROM en Verkeer en Waterstaat gefuseerd tot het nieuwe Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Tijdens de kabinetsformatie bestond nog de verwachting dat er een Ministerie van Ruimte zou komen. Bij de presentatie van de nieuwe ministeries bleek het tegendeel het geval: de departementen van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, wonen en wijken waren volledig geschrapt. Linkse hobby's?

Ik denk het niet. Het kabinet Rutte maakt een abrupt einde aan een onderwerp dat sinds de Woningwet van 1901 nadrukkelijk op de bestuurlijke agenda stond. Nederland was in het begin van de 20e eeuw een van de eerste Europese landen die op het gebied van volksgezondheid en volkshuisvesting met wetgeving kwam. Samen met de Woningwet was de Gezondheidswet (ook uit 1901) er op gericht om de leefomstandigheden van de armste bevolkingsgroepen beter te regelen. De achterliggende gedachte was vrij eenvoudig: (in hedendaagse bewoordingen) als het goed gaat met alle lagen van de bevolking, dan gaat het ook goed met de BV Nederland. Gewoon gezond boerenverstand en jarenlang ondersteund door zowel liberaal als socialistisch Nederland. Het was wel een onderwerp waarin de politieke kleur van links of rechts heldere lijnen kon uitzetten.

Voor de ruimtelijke ordening was de Woningwet ook een belangrijk instrument. Met deze wet werden de stadsbesturen verplicht om tenminste een keer in de tien jaar een uitbreidingsplan vast te stellen. Dit leidde in de vooroorlogse periode tot een planmatige uitbreiding van de steden. Iedereen zal de beroemde uitbreidingsplannen van Amsterdam kennen.

Na de oorlog en de Wederopbouw werd de sturing van de ruimtelijke inrichting naar het niveau van het hele land getild. In 1960 verscheen de eerste Nota Ruimtelijk Ordening. Enkele jaren daarna wordt het ministerie van Volkshuisvesting en Wederopbouw omgedoopt tot Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Later komt Milieu erbij en wordt het kortweg het Ministerie van VROM.

VROM werd vanaf de jaren tachtig de thuisbasis van het architectuurbeleid. Dit werd vorm gegeven door een nieuwe impuls te geven aan het Rijksbouwmeesterschap; door de titelbescherming te regelen via de Wet op de Architectentitel (WAT); door de instelling van het Stimuleringsfonds voor de Architectuur en door het oprichten van het Nederlands Architectuurinstituut.

Een tekenend voorbeeld van de gevolgen van het opheffen van VROM is de positie van de Rijksbouwmeester. De ontwikkeling van het College van Rijksadviseurs gedurende de  afgelopen tien jaar was bedoeld om 'hun vakminister' goed te kunnen adviseren. In de nieuwe indeling valt het Bureau Rijksbouwmeester onder de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Dit ministerie wordt geleid door de minister die in het vorige kabinet verantwoordelijk was voor deregulering. Hij was toen - in tegenstelling tot zijn collega bij VROM - voor afschaffing van de WAT.

Tot zover de eerste observatie. Binnenkort volgt de tweede.

Ko Jacobs


Het gebouw van het voormalige Ministerie van
VROM (foto Jason Turner, 2008)


zaterdag 3 september 2011

De korte maar bewogen geschiedenis van het Concannonmodel

Er zal waarschijnlijk geen enkel ander model van het werk van John Lautner (1911-1994) zo vaak de Atlantische Oceaan zijn overgestoken als de maquette van Concannon Residence gedurende de afgelopen zomer. Uiteindelijk heeft de maquette zijn bestemming bereikt: het DeVos Art Museum in Marquette (Michigan).

John Lautner is 100 jaar geleden geboren en ter gelegenheid daarvan wijdt het DeVos Art Museum een tentoonstelling aan zijn werk. Centraal in de expositie staan vijf woonhuizen die Lautner heeft gemaakt. Eén daarvan is Concannon Residence. Lastig is alleen dat dit huis inmiddels gesloopt is. Het verhaal achter de sloop van het huis getuigt evenzeer van de macht van het geld aan de Amerikaanse westkust als de bouw van de huizen van Lautner dit doen. De buurman van Concannon, Goldstein - zelf de opdrachtgever en bewoner van een Lautnerhuis - heeft het buurhuis opgekocht en vervolgens laten slopen om op die plek een tennisbaan aan te kunnen leggen.

Voor de expositie in het museum bleek er geen ruimtelijk model van het huis meer te bestaan. Totdat de conservator beeldmateriaal van Jan-Richard Kikkert en Tycho Saariste onder ogen kreeg, waar een studiemodel van het Concannon op te zien was. Vervolgens luidde de vraag of er een expositie-fähig model gemaakt kon worden. Hayke Zweede (afgestudeerd aan de master Architectuur en docent bij de minor Architectonisch ontwerpen) is zelf in 2007 meegeweest met de excursie naar Los Angeles waarbij tientallen huizen van Lautner zijn bezocht. Hij heeft het op zich genomen om een nieuw model van het Concannon huis te maken voor de expositie in Marquette.

Dit model is begin juli opgestuurd naar Marquette, heeft de douane in Amerika bereikt, is daar onderzocht en op onderdelen beschadigd, kennelijk om zien of er geen drugs of explosieven in zaten verstopt. Vervolgens is de maquette in zijn oorspronkelijk kist teruggestuurd met de melding dat het hout van de kist niet deugde. Drie weken na de verzending stond de maquette weer op de stoep van de Academie. In korte tijd is de maquette gerepareerd en een nieuwe vescheper gezocht, die erop toe zou zien dat de maquette ook daadwerkelijk op de plaats van bestemming terecht kwam.

En zie daar, op 19 augustus, bij de opening van de tentoonstelling staat het Concannonmodel keurig opgesteld in de zalen van het DeVos Art Museum.

Ko Jacobs





vrijdag 2 september 2011

Opening studiejaar 2011-12 Master Architectuur

26 augustus 2011
Voor mij persoonlijk was dit de derde keer dat ik het academisch jaar heb mogen beginnen met een excursie. Twee maanden een beetje bij komen van het afgelopen academisch jaar en onder het genot van een flinke injectie architectuur bij kletsen over de gebeurtenissen, werelddelen en de interessante boeken die je in de tussentijd hebt gelezen, bekeken en ervaren.

Dit jaar stond de excursie in het teken van ontwikkeling, zowel die van een individueel architect als die van een architectenbureau dat meerdere generaties word overgegeven van vader op zoon(s). Het was interessant om te zien hoe drie generaties architecten (Bedaux te Tilburg) niet kiezen voor één erkende stijl, maar uit verschillende inspiratiebronnen putten en met hun eclectische composities hun persoonlijk karakter weten over te brengen aan de gebruiker. Elk gebouw dat wij hebben bezocht bezit zijn eigen karakter en heeft overduidelijk twee dingen met elkaar gemeen: een) de gebruikers waren trots en zeer te spreken over hun gebouw, twee) qua detaillering en architectonische verhoudingen waren het allemaal goed in elkaar passende ontwerpen.  Een mooi en inspirerend begin van dit jaar.

Maaike Wichern
(student 3e jaar)






donderdag 1 september 2011

Proloog (2)

Er zal ongeveer een keer per week een nieuwe bijdrage in deze Academieblog worden geplaatst. Die bijdragen kunnen zeer divers zijn, afhankelijk van de interesses en ervaringen van de blogger en van de kwesties waar hij of zij bij betrokken is binnen de Academie.

Ook willen we studenten vragen om bijdragen te leveren aan de blog. Dit kunnen eenmalige bijdragen zijn, bijvoorbeeld als we een student uitnodigen om over een bijzondere onderwijsactiviteit een reactie te schrijven, zoals een dagexcursie. Daarnaast hopen we dat er over een tijdje enkele vaste studentbloggers zijn, die een paar keer per jaar over hun ervaringen in het onderwijs een bijdrage willen plaatsen.
En we zijn natuurlijk erg blij met studenten die zelf met voorstellen komen.

Op voorhand kunnen we al zeggen dat er over de opleidingen bij de Academie van Bouwkunst genoeg te melden zal zijn. Er zijn allerlei ontwikkelingen gaande die van invloed kunnen zijn op de curricula van de opleidingen. Hieronder een korte impressie.

Bij de masteropleiding Interieurarchitectuur is in het afgelopen half jaar in hoog tempo het onderwijsmodel omgebouwd van deeltijd naar voltijd. De oorspronkelijk deeltijd-opzet kwam door de aangekondigde langstudeersmaatregel van het Ministerie van Onderwijs zwaar onder druk te staan. Zelfs de meest voortvarende studenten zouden bij de deeltijd-opzet in het laatste jaar van hun opleiding met de consequenties van de nieuwe maatregel te maken krijgen. Om deze ongewenste situatie te voorkomen, is ervoor gekozen om met behoud van de inhoudelijke uitgangspunten van de opleiding de voltijdsvariant te ontwikkelen. De nieuwe opzet gaat van deze week van start.

Om je als Interieurarchitect in het Architectenregister te kunnen registreren zal vanaf 2015 het diploma van de masteropleiding vereist zijn. Dit heeft voor de bacheloropleiding Interieurarchitectuur tot gevolg dat die 'bevrijd' wordt van de opleidingskwalificaties die nu nog voor de huidige titel gelden. Er ontstaat hierdoor een zekere mate aan vrijheid om op een nieuwe manier onderdelen van het curriculum in te vullen. Dit is erg interessant! Hier zullen de komende jaren nog de nodige gesprekken over gevoerd worden.

Bij de masteropleiding Architectuur zullen de komende jaren de eerste studenten in de specialisatie Context gaan afstuderen. Dat zal de lakmoesproef van de nieuwe richting worden. Bij de master Architectuur speelt ook de crisis in de bouwsector een grote rol. Aan de ene kant natuurlijk vanwege het concurrent-model van de opleiding. Zullen er genoeg werkplekken blijven voor de studenten? Zullen de nieuwe 1e jaars studenten binnen niet al te lange tijd allemaal een werkplek bij een architectenbureau hebben gevonden? De crisis in de bouw speelt - aan de andere kant - ook een rol bij beschouwingen over het curriculum. In hoeverre zal de bouwwereld door de crisis veranderen en wat zijn de gevolgen voor het architectenberoep? En, in het verlengde hiervan, in welke mate zal het curriculum van de opleiding aangepast moeten worden aan die veranderende situatie?

Dit soort zaken zullen de komende jaren op de agenda staan en daar willen we mede via deze blog verslag van doen. En dan komen er ook weer nieuwe visitaties aan. Maar daarover een andere keer meer.

Ko Jacobs

donderdag 25 augustus 2011

De Academieblog: Proloog

De wereld verandert en het onderwijs verandert mee. De Academieblog wordt het medium waarmee het coördinatieteam van de Academie verslag wil doen van deze veranderingen. Allerlei kwesties en overwegingen die bij het organiseren van het onderwijs een rol spelen, kunnen in de blog worden toegelicht. De formulering "verslag doen" klinkt daarbij te veel naar eenrichtingsverkeer. De coördinatoren zoeken naar een manier om de Academiegemeenschap op een eigentijdse manier te betrekken bij de veranderingen die gaande zijn en die ons de komende jaren nog te wachten staan.

De blog is een manier om onderwerpen en overwegingen voor te leggen en hopelijk ook om reacties daar op te krijgen. Want dat is het doel van de blog: om alle betrokkenen nauwer te betrekken bij hetgeen er binnen de Academie speelt. Over wat dat allemaal is of kan zijn, een volgende keer meer. Nu eerst nog twee opmerkingen over de Academieblog zelf.

De eerste betreft de doelgroep. Het is onvermijdelijk om bij het in gebruik nemen van een nieuw medium geen uitspraak te doen over de beoogde doelgroep. Die is voor deze blog duidelijk: de - al eerder genoemde - Academiegemeenschap, bestaande uit studenten, docenten, mentoren, werkveldcommissies en in een wat wijdere kring daarom heen de werkgevers, stagebedrijven, gastsprekers en dergelijke.
Ook al is de blog een open medium en kan iedereen kennis nemen van wat er in te berde wordt gebracht, in eerste instantie richten we ons op degenen die de Academie vormen.

En dat brengt me bij de tweede opmerking die ik wil maken, namelijk iets over de keuze van het medium. Bij de hogeschool ArtEZ en daarmee ook de Academie van Bouwkunst neemt de digitalisering steeds verder toe. Dit geldt niet alleen voor allerlei administratieve en bedrijfsmatige toepassingen (zoals bijvoorbeeld de studievoortgangsregistratie; een onderwerp dat in een van de volgende blogs ongetwijfeld aan de orde zal komen... ), maar ook voor de onderwijsinformatie. Die komt steeds meer beschikbaar via de Elo (= elektronische leeromgeving). Hier staat - of, voor de opleidingen waar de Elo nog in ontwikkeling is - hier komt de informatie te staan die voor de dagelijkse gang van zaken van belang is.
De algemene informatie over de opleidingen van de Academie, vooral bedoeld voor aspirant-studenten en andere geïnteresseerden, staat op de website (die komend jaar flink onderhanden zal worden genomen).

De Elo is intern gericht en wordt gebruikt voor het onderwijsproces. De Elo maakt deel uit van het intranet en is niet voor iedereen toegankelijk. De website is dat juist wel en bevat daarom de informatie die op de buitenwereld is gericht. Daar tussendoor speelde al een paar jaar de vraag hoe we een nieuwsbrief zouden moeten vormgeven. We hopen met de blog ook voor deze vraag een antwoord gevonden te hebben. We willen met deze blog vooral een grotere betrokkenheid bij de Academie en de opleidingen realiseren.

Ko Jacobs