Sindsdien is er veel gebeurd met de Academie. In de periode 1992 tot 2002 maakte de Academie in bestuurlijke zin deel uit van de Hogeschool Rotterdam. Toentertijd was die naam nog iets langer: Hogeschool Rotterdam en omstreken. De bestuurlijke verhuizing was het gevolg van de hoge werkloosheid in de tweede helft van de jaren '80. Door de min of meer afgedwongen samenwerking én het limiteren van de studentenaantallen per opleiding probeerde men een nog groter overschot aan (werkloze) architecten op de arbeidsmarkt te voorkomen.
Intussen was ook de Wet op de Architectentitel (WAT) ingevoerd. Die bepaalt onder andere aan welke voorwaarden een afgestudeerde moet voldoen voor inschrijving in het Architectenregister. Het opleidingsprogramma werd hierdoor onderhevig aan twee wettelijke regimes: de wet op het Hoger Onderwijs en de WAT. Weer een paar jaar later werd de visitatie- en accreditatiesystematiek ingevoerd, gevolgd door de bachelor-masterstructuur met de bijbehorende graden voor de opleidingen.
Binnen ArtEZ werd in de bestuurlijke structuur een slag gemaakt door de inhoudelijke raakvlakken van opleidingen in de organisatie van de school centraal te stellen. Dit leidde in 2009 tot het koppelen van de interieurarchitectuuropleidingen aan de Academie van Bouwkunst en een jaar later tot de start van de masteropleiding Interieurarchitectuur. Tot slot heeft de master Architectuur als enige in Nederland een afstudeerspecialisatie ontwikkeld: Context.
Het overlijden van Vos de Wael roept deze bespiegelingen en herinneringen op. Mijn eerste ontmoeting met Vos de Wael was in 1984. Ik ging als net afgestudeerd architectuurhistoricus les geven aan het 1e jaar van de toen nog zesjarige opleiding. In die jaren was het de gewoonte aan de Academie dat "Utrechtse" kunsthistorici elkaar opvolgden. Er was een lijntje met het 1e jaars onderwijs aan het Kunsthistorisch Instituut in Utrecht. Bij beide instellingen werd het boek van Ernst Gombrich, "The Story of Art", gebruikt als inleiding in de kunstgeschiedenis.
Bij de kennismaking met Vos de Wael wees hij me op de grote kast met de diaverzameling van de Academie. De dia's zaten keurig gerangschikt in de laden van deze speciale kast. Het was duidelijk dat deze verzameling zo niet de trots dan toch één van de parels in het gebouw was.
Toen ik de afgelopen week door oude jaarverslagen van de Academie zat te bladeren, kwam ik die kast weer tegen. In het jaarverslag van 1971/72 staat: "Met goedkeuring van het Ministerie van Onderwijs werd een dia-kast aangekocht, welke 5000 dia's overzichtelijk kan bevatten. De inrichting van deze kast dient nog ter hand te worden genomen." Uit het jaarverslag blijkt dat deze aanschaf past in een breder beleid om voorzieningen als de bibliotheek en de donkere kamer te verbeteren. Het getuigt van de systematische werkwijze die Vos de Wael kenmerkte. Overigens zullen de toenmalige studenten vooral verheugd zijn geweest over een andere voorziening die Vos de Wael had geregeld: "Begin 1972 werd via de betreffende afdeling van de Gemeente-autoriteiten toestemming verkregen tot de verkoop van bier in de cantine."
In 1988 nam Vos de Wael afscheid van de Academie. Bij zijn afscheid kreeg hij onder andere een videocamera. In datzelfde jaar ging de Academie-excursie naar Moskou en Leningrad (nu: St. Petersburg). Het zou een legendarische reis worden. Vos de Wael en zijn vrouw Pleuntje waren erbij, evenals een groep vaste docenten waartoe Wim Korvinus en Ton Verstegen behoorden, maar ook gastdocenten als John Kormeling en Hans van Dijk.
Moskou was toen nog de hoofdstad van de Sovjet-Unie. Er was één politieke partij, de Communistische partij en Gorbatchov was de partijleider. Op de dag dat we in Moskou arriveerden (1 oktober 1988), werd Gorbatchov ook tot staatshoofd gekozen. Maar dat werd ons niet door de communistische Intourist-gidsen verteld. De partijlijn stond niet toe dat er met Westerse toeristen over politiek werd gesproken. Ons argument dat we de uitslag van de verkiezingen toch wel via BBC World Radio zouden horen, vermurwde de gidsen niet; geen woord over politiek.
De aankomst in Moskou, enkele uren eerder, was ook niet bepaald soepel verlopen. Nog voor we kennis hadden gemaakt met de ons toegewezen Intourist-gidsen, was één van de Nederlandse tolken, die de reis mee hadden voorbereid, er bij de douane uitgepikt. Ze bleek een bijbel in haar bagage te hebben. Dat was in het non-religieuze communisme een doodzonde. De gids werd een uur ondervraagd en ons werd te kennen gegeven dat de kans groot was dat we linea recta terug konden naar Nederland. Gelukkig bleek dat niet aan de orde, maar onze eerste portie communistische intimidatie hadden we gehad. Sommigen opperden dat de Russen ons de verloren finale van het Europese kampioenschap voetbal die zomer nog betaald wilden zetten.
Vos de Wael had van de reis een videoverslag gemaakt. De docenten werden bij hem thuis uitgenodigd om de video te komen bekijken. Fotoboeken gingen de kring rond en anderen vertoonden dia's van de reis. Het werd een gedenkwaardige avond waarin de gebeurtenissen van de excursie al hun eerste mythische glans begonnen te krijgen. John Kormeling in het huis van Melnikov (jaren later zien we zijn foto's van Moskou terug in "Een goed boek"). Danny Spee die illegaal flessen whisky ruilt voor dikke pakken roebels (en als we omkijken, zien we dat de politie de zwarthandelaren niet oppakt, maar hun de whisky afhandig maakt). Die ene McDonalds in Moskou als bewijs van 'glasnost' en 'perestrojka'. De oude vrouwtjes die de tramrails schoonmaken. De geheimzinnige "huisconcerten" om Russen persoonlijk in contact met westerlingen te brengen (alleen op persoonlijke uitnodiging kregen de Russen toestemming de Sovjet-Unie te verlaten). Het warenhuis Gum, nog zonder westerse glamourketens, maar met Siberië-bestendige superwarme bontmutsen. De tekeningen in de architectuurschool die van linksboven tot rechtsonder helemaal vol getekend waren (schaarste aan goed tekenpapier?). De nachtelijke treinreis van Moskou naar Leningrad, waarbij de liters alcohol die achterovergeslagen waren, met het verstrijken van de jaren toenemen.
Nu het huidige 2e jaar in het voorjaar van 2012 opnieuw op excursie naar Moskou gaat, duiken de verhalen her en der weer op. Vos de Wael is onlosmakelijk met deze verhalen verbonden, net zoals hij onlosmakelijk met de geschiedenis van de Academie verbonden is.
Ko Jacobs
22 januari 2010: Louis Vos de Wael (m) in gesprek met Ton Verstegen (r) en Hans van Dijk (l) (Foto Hans Vroege) |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten