zondag 28 oktober 2012

Eindexamenexpositie Master Architectuur 2012


"Hogere ambachtsschool voor houtconstructies" te Amersfoort
ontwerp: Johan Hofman

"Sharia", moskee te Amsterdam
ontwerp: Johan van Ee

Vrijdagavond 19 oktober werd de eindexamenexpositie van de masteropleiding Architectuur geopend. Vijf plannen worden geëxposeerd in het trappenhuis van het Rietveldgebouw. Twee afgestudeerden die wel tot de lichting van 2012 behoren, Ursula Brouwer en Joost Pothast, doen om persoonlijke redenen niet mee aan de expositie.
Net zoals vaak het geval is bij afstudeerprojecten, zijn ook deze plannen sterk vanuit een persoonlijke gedrevenheid of de betrokkenheid bij een onderwerp tot stand gekomen. Bij sommigen ligt die betrokkenheid meer binnen de discipline van het ontwerpen en bouwen, zoals bij Johan Hofman en Joost Pothast. 
Johan ziet een teloorgang van het ambachtelijke bouwen en wil met zijn nieuwe ambachtsschool een statement maken om juist door het intensief werken met hout - een materiaal dat ongekende mogelijkheden biedt - nieuwe vormen van ambachtelijkheid in het bouwen terug te brengen. 
Bij Joost is een diepe betrokkenheid bij het thema hergebruik. Zijn paviljoen op IJburg is opgebouwd uit hergebruikte materialen en biedt de mogelijkheid te groeien volgens een modulair basissysteem waarop het ontwerp is gebaseerd.  
Bij anderen is er een andere drijfveer om tot een bepaalde opgave te komen. Zo ontfermt Mattijs Loor zich over een gebouwencomplex dat nondescript zou kunnen worden genoemd, mede als gevolg van de lange geschiedenis van verbouwingen en aanbouwen. In plaats van sloop en nieuwbouw wil Mattijs laten zien dat ook dergelijke complexen nog een tweede of derde leven hebben. Hij doet dit door een grondige analyse, een zorgvuldige programmering en een reeks slimme ingrepen, die de ruimtelijke structuur verbeteren. 
Jorrit Hulshof heeft een unieke geologische situatie bij Winterswijk ontdekt - een oude kalksteengroeve - die volledig ontoegankelijk dreigt te worden. Om deze unieke plek juist wel voor publiek open te stellen, ontwerpt Jorrit een informatiecentrum met expositieruimtes die in hun ontwerp de structuur van de groeve volgen en die daarmee de geologische opbouw inzichtelijk maken. 

"Terra Temporalis" te Winterswijk
ontwerp: Jorrit Hulshof
Het ontwerp van de moslim Johan van Ee voor een moskee in Amsterdam onder de naam "Sharia" wil ontsnappen aan de formalistische discussie over de verschillende gebouwonderdelen van moskeeën die in bepaalde regio's gebruikelijk zijn geworden. Johan wil terug naar oorspronkelijke uitgangspunten voor het islamitische gebedshuis (vandaar zijn titel "Sharia"). Hij verbindt dat met andere gebruikstoepassingen die een dergelijk religieus centrum voor de islamitische gemeenschap heeft. Het ontwerp van Johan is daarbij ruimtelijk zeer ver doorontwikkeld tot en met bijzondere materiaaldetailleringen.
"Wonen is de wijze waarop wij stervelingen op aarde zijn", het ontwerp van Ursula van Schaik-Brouwer, is zonder twijfel het gevolg van het ongeluk dat haar man heeft gehad en als gevolg waarvan hij de rest van zijn leven in een rolstoel zal moeten doorbrengen. Het ontwerp toont haar diepe persoonlijke betrokkenheid en tegelijkertijd is ze in staat om met een verfrissende inventiviteit de architectonische omgeving én de architectonische beleving vanuit het perspectief van de rolstoel een nieuwe impuls te geven.
Ron Verduijn tenslotte zet in zijn ontwerp muziek (zijn tweede veld van expertise) en cultuur in om een 'barbaarse' lokatie om te vormen tot een plek van bezinning. De beschavende werking die van zijn ingrepen moet uitgaan wordt vooral bereikt door 'weg te halen'. Dat wil zeggen, uit het binnenste van de beruchte Duitse bunker "Diogenes" ten noorden van Arnhem, haalt Ron vloeren en muren weg om nieuwe ruimtelijke effecten te creëren. De nieuwe ruimtelijkheid wordt gevuld met kunst en muziek. Cultuur als wapen tegen anti-cultuur, aldus Ron.

"Al doende leert het" te Arnhem
ontwerp: Mattijs Loor



"Diogenes" te Arnhem
ontwerp: Ron Verduijn

De expositie wordt op vrijdagavond 2 november afgesloten met de diploma-uitreiking. Tevens wordt dan bekend gemaakt welk plan zal worden ingezonden naar de Nederlandse Archiprix.

Links:

maandag 22 oktober 2012

Architecten over het opleiden van architecten [1]: Louis I. Kahn

Van oudsher zijn architecten nauw betrokken geweest bij het opleiden van de volgende generaties architecten. Met de opleidingen Architectuur en Interieurarchitectuur van ArtEZ Academie van Bouwkunst willen we uitspraken verzamelen van architecten en interieurarchitecten over het opleiden van nieuwe vakgenoten. Behalve dat we zelf op zoek zullen gaan naar uitspraken en citaten willen we de lezers van deze weblog ook vragen om suggesties of uitspraken (met bronvermelding) aan ons door te geven. Dat kan per emial via: academievanbouwkunst@artez.nl.

Om te beginnen volgt hier een citaat van Louis I. Kahn - actueel door de grote overzichtstentoonstelling die tot 6 januari 2013 in het NAi te zien is.
Louis Kahn sprak in het voorjaar van 1968 met studenten van Rice University School of Architecture (Houston) over verschillende thema's in de architectuur. Een neerslag van die gesprekken verscheen een jaar later onder de titel "Louis I. Kahn - Conversations with Students", uitgegeven door Rice University en Princeton Architectural Press (1e editie 1969, 2e editie 1998). Op de pagina's 30 - 33 vertelt Louis Kahn over 'teaching architecture'.

"We were talking earlier this afternoon
Of the three aspects of teaching architecture.
Actually, I believe that I do not really teach architecture,
But that I teach myself.
These, however, are the three aspects:
The first aspect is professional.
As a professional you have the obligation of
learning your conduct in all relationships . . .
in institutional relationships,
and in your relationship with men who
entrust you with work.
In this regard, you must know the distinction
between science and technology.
The rules of aesthetics also constitute professional knowledge.
As a professional, you are obliged to translate
the program of a client into that of the spaces of
the institution this building is to serve.
You might say it is a space-order,
or a space-realm of this activity of man
which is your professional responsibility.
A man should not take the program
and simply give it to the client
as though he were filling a doctor's prescription.

Another aspect is training a man to express himself.
This is his own prerogative.
He must be given the meaning of philosophy,
the meaning of believe, the meaning of faith.
He must know the other arts.
I used examples which I maybe have used too many times,
but the architect must realize his prerogative.
He must know that a painter can turn people upside down,
if he wants to, because the painter does not have to
answer to the laws of gravity.
The painter can make doorways smaller than people;
he can make skies black in the daytime;
he can make birds that can't fly;
He can make dogs that can't run, because he is a painter.
He can paint red where he sees blue.
The sculptor can place square wheels on a cannon
to express the futility of war.

An architect must use round wheels,
and he must make his doorways bigger than people.
But architects must learn that they have other rights . . .
their own rights.
To learn this, to understand this,
is giving the man the tools for making the incredible,
that which nature cannot make.
The tools make psychological validity,
not just physical validity,
because man, unlike nature, has choice.

The third aspect you must learn
is that architecture really does not exist.
Only a work of architecture exists.
Architecture does exist in the mind.
A man who does a work of architecture
does it as an offering to the spirit of architecture . . .
a spirit which knows no style,
knows no techniques, no method.
It just waits for that which presents itself.
There is architecture, and it is the embodiment
of the unmeasurable.
Can you measure the Parthenon?
No. This is sheer murder.
Can you measure the Parthenon,
that wonderful building which satisfies the institution of man?

When Hadrian thought of the Pantheon,
he wanted a place where anyone could come to worship.
How marvelous is this solution.
It is a non-directional building,
not even a square, which would give, somehow,
directions and points and corners.
There was no chance to say that
there is a shrine here, or there. No.
The light from above is such that you can't get near it.
You just can't stand under it;
it almost cuts you like a knife. . .
and you want to stay away from it.

What a terrific architectural solution.
This should be an inspiration for all architects,
such a building
so conceived."


Louis Kahn in gesprek met studenten.
Afbeelding: p. 34 uit "Louis I. Kahn, Conversations with Students",
Houston (Architecture at Rice Publications / Princeton Architectural Press), 1969 (1998).